[[en]]Unfortunately, the prevailing morality surrounding its use seems to deviate from the rule. The day after the end of year holiday season, the use of the glass-recycling container was an adventure in itself. I had to face an abandoned Christmas tree and a lot of garbage, including a mirror and beer cans, to guide my empty cava bottles to the next step in their recycled existence. You don't have to beInspector Barnaby or Hercules Poirot to draw two conclusions from this.Firstly, Christmas trees and mirrors are not objects that can be transported on children's bicycles, which means they ended up there by an adult car driver.Secondly, the statistical probability that in a young neighbourhood children get drunk next to the glass-recycling container is rather small. The conclusion that the beer cans were left behind by adults is therefore quite realistic. [[nl]]Helaas lijkt de heersende moraal rond het gebruik ervan af te wijken van de regel. Daags na de feestdagen was het gebruik van de glascontainer een avontuur op zich. Ik moest een achtergelaten kerstboom en een hoop restafval, waaronder een spiegel en hoop bierblikjes, trotseren om mijn lege cava flessen naar de volgende stap in hun gerecycleerde bestaan te begeleiden. Je hoeft geen Inspecteur Barnaby of Hercules Poirot te zijn om hieraan twee conclusies te ontlenen. Ten eerste zijn kerstbomen en spiegels geen voorwerpen die vervoerd kunnen worden met behulp van kinderfietsen dus ze kwamen daar terecht door de volwassen bestuurder van een auto. Ten tweede is de statistische kans dat in een jonge wijk de kinderen zich laveloos zuipen aan een glasbol vrij klein. De conclusie dat de bierblikjes achtergelaten werden door volwassenen is dan ook vrij reëel.

[[en]]As such it is astonishing that they are mainly adults who criticise the 'Youth forClimate' movement with photos of polluted festival grounds. They’re also adults who express opinions about the ungrateful young generation who think more of their iPhone than of anyone else. However, I hear many young people, including my own children, responsibilise us to avoid plastic as much as possible. Of course, young people have their own agenda and they want to do their own thing, regardless of what the parents or society thinks about it. As an adolescent, you obviously have an eye for your own interests and you fight to protect them.At other times, however, these very same adolescents pay a lot of attention to greater importance and take initiatives for the youth movement, the ‘Warmste Week’,or go and join a climate protest march in Brussels. [[nl]]Het mag dan ook enige verbazing wekken dat het vooral volwassen zijn die met foto’s van vervuilde festivalterreinen de beweging ‘Youth for Climate’ bekritiseren. Het zijn ook volwassenen die opinies uitdrukken over de ondankbare jonge generatie die eerder aan hun iPhone dan aan een ander denken. Ik hoor nochtans veel jongeren, waaronder mijn eigen kinderen, ons responsabiliseren om plastic zoveel mogelijk te vermijden. Natuurlijk hebben jongeren een eigen agenda en willen ze hun eigen ding doen, los van wat de ouders of samenleving ervan denkt. Als puber heb je vanzelfsprekend oog voor je eigen belang en ga je de strijd aan om dit belang te beschermen. Diezelfde pubers hebben op andere momenten echter veel aandacht voor een groter belang en nemen initiatieven voor de jeugdbeweging, de Warmste Week of gaan samen betogen in Brussel voor het klimaat.

© De Standaard

[[en]]This balance between choosing at the right time for yourself and at other times choosing for the group interest is called 'cooperative competition'. Examples of cooperative competition can be found in development cooperation. Coffee farmers would do well to compete with each other but if they form a cooperative, they can negotiate better prices internationally. This behaviour can also be found in high-tech environments: the development costs for a new sensor are shared, but from the moment that this sensor is used in a digital camera, the manufacturers of the new sensor end up in competition with each other. On an individual level also, monitoring the balance between working together and opposing each other is essential to achieve a healthy dose of assertiveness. Too much of one and we slip into offensiveness, too much of the other and we end up in sub-assertive behaviour. In short, cooperative competition is a StreetSkill that is gaining importance. [[nl]]Die balans tussen op de juiste momenten kiezen voor jezelf en op andere momenten kiezen voor het groepsbelang noemen we ‘coöperatieve competitie’. Voorbeelden van coöperatieve competitie vinden we terug in ontwikkelingssamenwerking. Koffieboeren doen er natuurlijk goed aan om in competitie te gaan met elkaar maar als ze een coöperatie vormen kunnen ze internationaal betere prijzen onderhandelen. Ook in hightech omgevingen vinden we dit gedrag terug, de ontwikkelingskost voor een nieuwe sensor wordt gedeeld maar vanaf die sensor in digitale camera’s terechtkomen gaan de fabrikanten ervan weer in competitie. En ook op individueel niveau is het bewaken van de balans tussen samen -en tegenwerken een essentiële vereiste om te komen tot een gezonde dosis assertiviteit. Teveel van het ene en we verglijden in offensiviteit, teveel van het andere en we komen terecht in sub-assertief gedrag. Kortom, coöperatieve competitie is een Street Skill die aan belang wint. 

[[en]]Youth for Climate is a fine example. Young people who transcend internal differences and work together for a higher purpose. They are the young people that will populate our organisations in the future. Let's hope that they have well developed the ability to choose at the right moment for the organisation's interests, regardless of their own interests. Let us therefore give up Flemish cynicis mand encourage these initiatives. Let's see it as an opportunity to take a critical look at our own 'mature' cooperative competition as well. If we do, it would make the next visit to the Eekse glass-recycling container much more pleasant. [[nl]]Youth for Climate is er een mooi staaltje van. Jongeren die de interne verschillen overstijgen en samenwerken voor een hoger doel dat ertoe doet. Het zijn deze jongeren die later onze organisaties zullen bevolken. Laten we hopen dat ze de vaardigheid om op het juiste moment te kiezen voor het organisatiebelang, los van eigenbelang, goed hebben ontwikkeld. Laten we daarom nu eens het Vlaamse cynisme varen en deze initiatieven aanmoedigen. Laten we het als een kans zien om ook onze eigen ‘volwassen’ coöperatieve competitie kritisch te bekijken. Het volgende bezoek aan de Eekse glasbol zal er alvast aangenamer door worden.